De liefhebber Henk Neervoort
In de jaren 50 kwam Henk in contact met de duivensport via zijn oom Willem Neervoort. Zijn oom Willem was woonachtig in Doesburg, tevens was hij voorzitter van de toenmalige vereniging “Luchtbode”. Henk begon destijds bijna net als iedereen met een paar postduiven op zijn ouderlijk huis, waar ook al een paar sierduiven zaten van zijn vader. Henk is destijds begonnen onder de naam van zijn vader, omdat je toen pas als 16-jarige als zelfstandig lid kon deelnemen aan wedvluchten.
Het was 1965 toen Henk voor het eerst van zich liet horen; hij werd in dat jaar voor het eerst 1e Generaal van de vereniging “Eureka”. Henk bleef aan de top door keihard te selecteren en te kiezen voor kwaliteit in plaats van kwantiteit. De lat lag en ligt nog steeds hoog, wat niet goed genoeg is moet zonder pardon vertrekken. Dat zijn selectiebeleid soms tot weinig hokbezetting leidde werd wel duidelijk in 1986, er bleven er maar zes over. Dit beleid leidde uiteindelijk tot de gouden periode in de Nationale competitie Wie Heeft Ze Beter en dat met maar 24 duiven op de hokken. Henk werd in de jaren 90 :
- 1e Beste liefhebber van Nederland W.H.Z.B. 1990
- 1e Beste liefhebber van Nederland W.H.Z.B. 1992
- 10e Beste liefhebber van Nederland W.H.Z.B. 1991
- 10e Beste liefhebber van Nederland W.H.Z.B. 1993
En blijkbaar zit het bij de familie Neervoort in de genen, want Henk’s zoon Cees werd in 1994 Beste Jeugdliefhebber van Nederland W.H.Z.B. door 3 duivinnen die geweldig hard vlogen.
Daar bleef het natuurlijk niet bij, maar welke liefhebber kan nog meer zeggen dat hij vier jaar achter elkaar bij de beste 10 liefhebbers van Nederland behoorde. De lijst met behaalde kampioenschappen is te groot om hier te vermelden.
Spelmethode
Henk speelt tijdens het seizoen met 12 koppels vliegduiven totaal weduwschap. Daarmee worden de vitesse-, midfond-, en dagfondvluchten gespeeld; Henk speelt niet op de overnachtfond. Er worden jaarlijks een 60-tal jongen gekweekt voor eigen gebruik. Deze worden voornamelijk gekweekt uit zijn 18 kweekkoppels. De kweekkoppels worden gevormd door zijn Teletekstduiven, ouders- en waar mogelijk ook de grootouders van zijn huidige topduiven.
De kwekers worden eind november gekoppeld en de vliegduiven worden dusdanig gekoppeld dat de 2e ronde van de kwekers kan worden overgelegd naar de vliegduiven. Als de jongen bij de vliegduiven ongeveer 16 dagen oud zijn worden de jongen en partners gescheiden; 1 jong gaat apart met de duivin en 1 jong blijft bij de doffer. De duiven worden daarna niet meer gekoppeld en blijven op weduwschap. De duiven worden voor de eerste africhting van de afdeling 3 tot 4 keer zelf weggebracht en dan moet ze alle 24 vanaf het begin allemaal mee. Er wordt altijd getoond ook is dat maar voor een paar minuten. Als de eerste dagfondvlucht is aangebroken word de vliegploeg opgesplitst. Henk selecteert dan ongeveer 4 duiven voor de dagfondvluchten. Om de duivinnen scherp te houden gaan de duivinnen iedere week mee met de afdelingsafrichting op woensdag.
De jonge duiven worden verduisterd vanaf het moment dat ze zelfredzaam zijn tot aan de langste dag. De jonge duiven trainen 1x per dag. De oude duiven trainen 1x per dag tot ongeveer mei, daarna 2x per dag. Voor dat de jonge duiven met de eerste afdelingsafrichting mee gaan heeft Henk de jonge duiven al een keer of tien zelf afgericht. De eerste 4 vluchten zit alles gewoon bij en door elkaar, daarna wordt er op de deur gespeeld. Tijdens de eerste vier weken worden de jonge duiven ook weer door Henk weggebracht. Daarnaast mag Henk graag “rommelen” om de jonge duiven te motiveren.
Medisch
Rond de kerstdagen wordt er geënt tegen Paramyxo. Tijdens het broeden wordt er uitgebreid tegen het geel en tijdens het vliegseizoen wordt deze geelkuur een keer in de drie weken herhaald. Dat is eigenlijk wat er medisch gebeurd en voor de rest houd het Henk het eenvoudig qua voeren; tijdens de kweek een kweekmengeling, tijdens het vliegseizoen een vliegmengeling en dan ook snoepzaad en pinda’s.
Hokken
Henk heeft als oud timmerman / uitvoerder zelf 2 hokken gemaakt. 1 zolderhok voor de oude duiven en een tuinhok voor de kwekers en de jonge duiven. Het tuinhok is ongeveer 9 meter lang en bied dus voldoende ruimte voor de 18 kweekkoppels en +/- 60 jonge duiven. Voor iedere afdeling is een ren geplaatst met daarin in aparte ruimte waar de duiven leren drinken gelijk aan de mand in de vrachtwagens. Het zolderhok is gemaakt op de garage en beschikt over een prima klimaat.